Zoete en pittige geroosterde wortelcouscous met halloumi Wees gegroet voor de wortel – een a

Zoete plus pittige geroosterde wortelcouscous met halloumi 🥕 Weeskind salueren aan den wortel – ene absoluut ondergewaardeerd ingrediënt! Den favoriete wijze wegens zij te onzerzijds stulp te kokerij is zonder twijfel geroosterd, plus zij zijn massaal te zoveel gerechten! Dus voordat dit Cous Cous moeten jou: 🥕Viertal wortelen schillen plus te hapklare stukjes snijden plus te ene braadpan exporteren met ene gesneden rode ui. Strooi er ene flinke snuf cayennepeper plus ene ietsje knoflookpoeder overheen, breng op smaakwaarneming met zoutig plus peper plus besprenkel met ene twee pompjes zonnebrandolie (ik gebruikte koolzaad). Dek overheen met folie plus tijdsindeling twintig minuten op 180°C. 🥕 Stuurroer na twintig minuten ene theelepeltje honing overheen den groenten plus laat zij nog twintig minuten roosteren (positie zowel den folie er weer op). Indien zij zacht zijn plus zoals ie oosten te prikken met ene vork, zijn zij gaar. Opzij zetwerk. 🥕 Snijd ene speelgoedblok halloumi met verlaagd vetgehalte van 225 g te blokjes plus dep zij schraal met ene ietsje keukenolie. Verhit ene koekepan of koekepan op ene hete schrijver plus voeg ene scheutje zonnebrandolie toe. Kattebak jou halloumi goudbruin. 🥕 Kook ene zakje couscous van 110 g volgens den verpakking (ik gebruikte citroen plus koriander) 🥕 Voeg 30 g gemengde cashewnoten plus veenbessen toe aan den pan met den halloumi plus kattebak ruwweg dertig seconden – netwerk lang toereikend wegens den notenhouten te roosteren. 🥕 Hiel ene flinke hand spinazie schunnig, plus ene iets kleinere bundel koriander. 🥕 Werp alles om jawel te ene uitgestrekte kom voordat jou ie serveert. Dit serveert twee personen plus is 655 calorieën vanaf portie. Ik heb ene dressing geproduceerd met watten yoghurt plus tahini voordat erop, maar dit is optioneel. Jij kunt zowel gewone yoghurt, ene ietsje chilihoning, allerlei lekkernijen gewoontes wegens jou Cous Cous aan te kleden indien jou dat wilt. . . .